top of page
Zoeken

Lang leve de natuur

Op mijn werkkamer staat het raam open. Een zacht briesje golft naar binnen, zoete zomergeuren vermengen zich met mijn klamme werkzweet. Werkzweet inderdaad, want ik heb het druk zo vlak voor de zomervakantie. Sinds ik vanaf 1991 in het onderwijs werk is het altijd al zo geweest. Aan het einde van een schooljaar moet er nog van alles. Ik vergader, neem afscheid van vertrekkende collega’s, heb gesprekken met inkomende collega’s, denk na over nieuw aan te schaffen literatuur voor het komende schooljaar en moet veel nakijken. De stapel digitale werkstukken is ook dit jaar weer aanzienlijk en ik moet me er regelmatig aan herinneren dat de bouw van de Chinese muur ooit ook met één steen is begonnen. Gewoon kalm blijven en rustig doorwerken. Of zoals ik in deze tijden vaak tegen mezelf zeg: laot je de kop niet gek maok’n. Terwijl ik dus stug doorwerk prijs ik me gelukkig dat het buiten niet al te warm is. Daardoor blijft het op mijn werkkamer redelijk koel en kan ik mijn aandacht goed bij het werk houden, totdat zojuist de wind over mijn wang aait. Ik kijk op van mijn werk en zie dat het buiten mooi is.


Dat het hier niet te warm is, is fijn. Hoe anders is het in het westen van Noord-Amerika en Canada. Een verzengende hitte met temperaturen hoger dan 45 graden. En dat dan al vele dagen. Goede kennissen van ons die in West-Canada wonen, leven overdag binnen en proberen ’s ochtends heel vroeg de zaak een beetje te koelen. In quarantaine zitten vanwege extreme natuuromstandigheden waarin andermaal duidelijk wordt dat we als mensen een uiterst kwetsbaar diertje zijn in het systeem Aarde.


Met verbazing keek ik de afgelopen weken ook naar de Europese tornado’s in België en Tsjechië, naar de extreme regenval in Zuid-Europa en de onvoorstelbare hoeveelheden hagel die vielen in Zuid-Duitsland, waardoor grote hagelrivieren door de Duitse straten stroomden. Voor wie het nog niet wist, het klimaat is van slag en het rommelt aan alle kanten.


Opeens schiet het me te binnen. Ergens moet ik het nog op zolder hebben liggen. Een nummer van een tijdschrift dat ik als mavo-scholier in het begin van de jaren 80, samen met mijn schoolvrienden Peter en Arthur uitbracht. Het krantje heette PARG-EEXT. De P van Peter, de AR van Arthur, de G van Gert en EEXT vanwege de woonplaats. Hoe overzichtelijk en simpel het leven toen nog was. Ik laat mijn werk liggen en ga snel de zolder op en zoek naar mijn herinneringen. Bij de tweede doos is het raak. Zodra ik deze open staart de angstige blik van een Grizzlybeer me tegemoet. Het is de beer die we destijds als cover op ons blaadje hadden.


Terwijl ik een stapel krantjes pak, ruik ik opeens weer de geur van het stencilapparaat van conciërge Hilbolling van onze Mavo in Gieten. Bij hem mochten we ons krantje drukken. Een heel gedoe trouwens, zo’n krantje maken. Eerst moest het verhaal bedacht en getypt op een stencil met doordruk. Vervolgens ging dit naar het stencilapparaat en werd al handslingerend het aantal kopieën gemaakt dat nodig was. Een krantje kostte 50 cent per nummer. Het kopiëren kostte ons 10 cent, dus voelden we ons als koningen te rijk zodra we de kasboeken inkeken. Maar liefst 40 cent winst per krantje. Het geld dat we zo spaarden gaven we dan weer uit aan prijsjes voor prijsvragen en heel af en toe werd er een bedrag op de rekening van Greenpeace gestort. Dat was waar het ons allemaal om te doen was: de natuur en het milieu. Want we maakten ons hartstikke veel zorgen.


Elke dag was het in die jaren 70 en 80 te lezen in de krant en te zien op tv. Kernafval dat in vaten vanaf schepen in zee werden gerold, gifdumpingen in natuurgebieden zoals bij Lekkerkerk en de Vogelmeerpolder, zwaar verontreinigde rivieren, bovengrondse atoombomproeven, boeren die het niet zo nauw namen met gebruik van gif op hun gewassen en een al maar groeiende uitstoot van schadelijke gassen. Het greep mij als kind enorm aan en ik begreep niet waarom er of niks aan gedaan werd. En dus richtte ik, samen met Arthur en Peter, PARG-EEXT op.


Terug op zolder blader ik door de nummers en vind in nummer 10 het artikel waar ik naar zocht. Het stuk heeft als titel De omgekeerde schepping van de zondige mens en destijds kopieerden we dit vanuit een ander tijdschrift. Nu ik het stuk opnieuw weer lees komt de onrust van toen opnieuw naar boven. In zestien stappen wordt de door mensen veroorzaakte ondergang van de aarde beschreven, waarbij stap 16 als volgt luidt: En ten laatste was de aarde nog slechts een dode planeet, voor eeuwig doelloos rondtollend in de ruimte.


Ik weet nog heel goed dat ik destijds bang was voor de inhoud van dit artikel en dat het zorgde voor een activistische kant in mij. Ik demonstreerde tegen het opslaan van kernafval in de Drentse zoutkoepels, bezocht discussieavonden over kernafval en in het verlengde daarvan liep ik twee keer mee in de grote landelijke anti-kernwapendemonstraties in Amsterdam en Den Haag. Uiteraard ontbraken de Atoomenergie? Nee bedankt en Stop de Neutronenbom buttons niet op mijn jas. Voor mij was het helder: niet meegaan in hoe het gaat, maar je inzetten voor een andere kijk op het leven en de wereld.


Zo ontstond bij mij datgene waar ik me sinds het begin van mijn onderwijscarrière voor inzet; kinderen en studenten laten ervaren hoe wonderbaarlijk mooi de natuur is. Ervaringen bieden die indruk maken en bijblijven. En daarmee hopen dat er een houding van respect, bewondering en behoud ontstaat. Daarom heb ik enorm veel zin in de komende week. Een week waarin ik met collega’s en 70 pabostudenten het veld in duik nabij het Drentse Orvelte. Drie dagen natuuronderzoek en veldwerk om ons te verwonderen en te verbazen over hoe mooi de natuur is. Maar voor het zover is, eerst dus nog nakijkwerk. Kom op Gert, doorrrrrr!



 

Wil je op de hoogte blijven van nieuwe verhalen? Registreer dan je mailadres op https://www.gertspeelt.com/blog en krijg vervolgens wekelijks gratis een bericht in je mailbox zodra een nieuw verhaal is gepubliceerd.

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page