De finale
- Gert Talens
- 2 mei
- 4 minuten om te lezen
Wat een succes en wat een seizoen voor Kowet. Mijn appje aan mijn Kowetvrienden Albert, Luc, Mark en Henk is welgemeend. Het hoogst haalbare is de Eagles gelukt, het winnen van de KNVB-beker. En dat mag gevierd. Terwijl ik de juichende Deventerspelers op tv zie, denk ik terug aan die ene historische dag van FC Groningen, 3 mei 2015. De FC won toen en ik was erbij.
‘Hoi Gert, Hans hier. Zeg ik wil je wat vragen. Heb je al een kaart voor de finale?’ ‘Jazeker heb ik al een kaart.’ Even is het stil aan de andere kant van de lijn. ‘Oké luister, lever die kaart maar weer in, want ik heb twee hele mooie kaarten voor je. Kies maar wie je meewilt, want ik dacht zo, er is maar één echte Groningenfan en dat ben jij, dus mag jij mijn kaarten.’
Het is voorjaar 2015. Mijn FC Groningen speelt in de finale van de KNVB beker tegen PEC Zwolle. Het hoogst haalbare voor Groningen ligt voor het grijpen, bekerwinnaar 2015. Dus hoef ik niet lang na te denken om via mijn voetbalvereniging een kaart te bestellen als ik hoor dat er vanuit Dronten een bus naar de Kuip gaat. Weliswaar voor kaarten in het Zwollevak, maar alles beter dan voor de buis. Als mijn FC de beker pakt, moet ik daarbij zijn. Ik spreek er met voetbalvriend Riny over, die ook niet lang hoeft na te denken en zo bemachtigen wij twee kaarten voor de wedstrijd der wedstrijden.
‘Wat voor kaarten zijn het dan Hans?’ ‘Eretribune’, is het korte antwoord. ‘Zelf ga ik niet vanwege wat gezondheidsklachten. Je kan er met de auto naar toe, je krijgt namelijk ook een kaartje voor de parkeerplaats. En als je op tijd bent kun je daar gewoon naar binnen en iets eten en drinken. Dat kan dan ook in de pauze en zelfs na de wedstrijd kun je nog wat napraten met de spelers want die komen daar ook.’ Ik laat even op me inwerken wat ik zojuist allemaal heb gehoord. Wat een kans. Nou, wat denk je ervan?’
En zo rijd ik die zondag richting Rotterdam. Mijn Groningenkleding op de achterbank en voor Riny wat extra groen-wit mee zodat hij daar straks niet als neutrale toeschouwer komt te zitten. Met de muziek van Cuby op de achtergrond toeren we naar het westen en passeren regelmatig bussen met Groningensupporters. Op een aantal viaducten staan zelfs supporters met groen-witte vlaggen, tot vlak voor Rotterdam aan toe. We parkeren de auto voor het Maasgebouw en als we uitstappen ziet de Kuip er nog machtiger uit dan dat ik daarvoor al vaker heb gezien. Hier gaat het gebeuren, hier wordt straks Groninger geschiedenis geschreven.
Voordat we naar binnen gaan om ons te laven aan al datgeen ons wordt aangeboden lopen we eerst naar het Groninger supportersgedeelte. Velen zingen, dansen en juichen. En voordat ik er erg in heb, krijg ik opeens een microfoon onder mijn neus geduwd en staat een cameraman met reporter voor me. RTV Noord zendt live uit en de reporter vraagt me naar de uitslag. ‘Nou dat weet ik niet, maar winnen gaan we zeker.’
We krijgen dorst en lopen naar het Maasgebouw en via een roltrap opent zich het Walhalla voor ons. Overal de heerlijkste hapjes en nog voor ik kan kiezen wordt me al een drankje aangeboden.
We verblijven hier een poosje maar op een gegeven moment slaat het ongeduld toe. En dus gaan we naar onze plaatsen. Heuse zachtleren fauteuils, met voldoende ruimte voor mijn lange benen en met een goed zicht op het veld.
De wedstrijd wordt gespeeld en de Tsjech Albert Rusnák schiet met twee fraaie goals FC Groningen in de tweede helft naar de voetbalhemel. Riny en ik juichen, onze buurman Ivo Opstelten applaudisseert en de Groningse spelersvrouwen die voor ons zitten dansen de Groninger horlepiep.
Een half uur later zijn we weer in het Maasgebouw en ben ik in afwachting van de Groninger spelers. Dat wachten duurt niet lang. Hans Hateboer valt zijn ouders om de schouders, Eric Botteghin is groter dan ik dacht, Kieftenbeld swingt en als de Zweed Simon Tibbling binnenkomt roep ik hem toe: ‘Vilken bra match, grattis.’ Engiszins verbaasd kijkt hij me aan, zegt iets volkomen onverstaanbaars terug en gaat dan richting de andere FC spelers.
Ik zie ze allemaal aan me voorbij gaan, maar maak ik me gaandeweg wat zorgen. Want waar blijft de beker? Als nagenoeg alle spelers er zijn en de beker nog steeds niet te zien is, vrees ik het ergste. Want is het niet al eens eerder gebeurd dat gewonnen bekers in vieze kleedkamers achterblijven, totaal vergeten door al het gefeest? Dan komt topscoorder Michael de Leeuw aangelopen. Nog voordat iemand hem iets kan zeggen loop ik naar hem toe. ‘Michael, fantastische overwinning maar eh… waar is die beker? Want die moet wel mee naar Stad hè!’ Een grote glimlach van De Leeuw volgt. ‘Geen zorgen hoor, die staat al voor in de bus’, waarna Riny en ik opgelucht nog maar een drankje bestellen.
Wil je meer van me lezen? Kijk dan eens op https://www.gertspeelt.com/. Je kunt daar ook mijn boeken bestellen met daarin vele korte verhalen.
Comments