‘Hé, Gert, wat heb je daar?’ Geschrokken kijk ik op. De stem van Adriaan is helder en het is duidelijk dat hij mij gezien heeft. Ik voel me betrapt en kijk naar wat ik vasthoud. Het is een klein schetsboekje waarin ik zojuist een schitterende inkttekening gezien heb van een paar houten roeibootjes die aan het strand liggen. De schets straalt een prachtige eenvoud uit en doet me verlangen naar de zee en een lange strandwandeling. Ik verwonder me over het feit dat je met een paar krachtige penstreken zo treffend een beeld kunt schetsen. Dus hij kan het toch die Adriaan, denk ik als ik het zie.
‘Oh, ik zie het al, je hebt mijn schetsboekje. Haha ik zie je denken, die Adriaan kan het dus toch’. Ik lach nu ook. Het is de spijker op zijn kop. Want tot dan toe heb ik van de excursie, die ik met mijn paboklasgenoten maak naar het atelier van Adriaan Nieuwenhuis, niet echt de waarde kunnen inzien. Adriaan die, als stagiaire vanuit de kunstacademie in Groningen, stage loopt op pabo De Eekhorst in Assen, heeft onze klas uitgenodigd. Ontzettend aardig natuurlijk maar bij binnenkomst in zijn atelier ben ik er al snel klaar mee vanwege de grote abstracte doeken die hij schildert. Wel met leuke kleurtjes, daar niet van, maar daarmee is dan ook alles gezegd. En net op het moment dat ik mezelf achterin het atelier in een luie stoel laat ploffen, zie ik dus dat schetsboekje. Als ik het open en inzie, ben ik verkocht.
‘Ik heb een schetsboekje gevonden, heb jij dat getekend?’ ‘Jazeker kerel, tijdens mijn zomervakantie aan de Normandische kust. Vind je het mooi?’ Ik knik: ‘Ik vind het prachtig, maar waarom schilder je niet dit soort werk, dat is toch veel mooier?’ Even is Adriaan stil. Hij kijkt me vriendelijk aan en zegt dan: ‘Ik kan dat wel Gert, maar ik vind het niet zo interessant. Ik wil op zoek naar de essentie, naar wat kleur, beweging, lijnen en vlakken kunnen doen om diepgang te krijgen. En dat je dat niet begrijpt, dat snap ik. Het is ook moeilijk te begrijpen, maar juist daarom zo interessant. Geniet maar van mijn schetsen, dat is prima. Je hoeft mijn abstracte werk niet mooi te vinden of te begrijpen. Ik vind het allang fijn dat je er bent.’
Het is inmiddels 35 jaar verder. Ik geef nu zelf les op een pabo. Die lessen gaan over biologie, didactiek, internationalisering. Maar dat is niet alles, want wat ik me destijds maar moeilijk kon voorstellen, ik geef ook kunstgeschiedenis. Ik probeer studenten mee te nemen in de ontwikkeling van de westerse kunst, startend met de prehistorie, eindigend in de 21e eeuw. Tijdens die lessen sta ik ook stil bij moderne abstracte kunst. Inmiddels vind ik het fantastische kunst en moet lachen om sommige studenten die met een ongeïnteresseerde blik kijken naar de afbeeldingen van kunstwerken van bijvoorbeeld Picasso, Mondriaan, Kiefer of Newman. In mijn studenten van nu zie ik mezelf van toen. Ik begrijp het en kan me goed in ze verplaatsen. Ze hoeven het ook niet mooi te vinden, het is allang fijn dat ze er naar kijken. Ik vertel dan ook over Adriaan, over zijn werk en dat er destijds ergens een zaadje is gezaaid dat na een jaren is ontkiemd en mij enthousiast heeft gemaakt voor de kunst.
Het is om die bewondering dat ik met afgrijzen twee jonge Engelse meiden op tv zie die deze week twee busjes soeppoeder tegen een zonnebloemenschilderij van Vincent van Gogh aangooien. Hoe vreselijk om weerloos cultureel werelderfgoed te vernielen. Wat heeft een schilderij te maken met de zaak waar deze meiden voor strijden? Helemaal niets. Van kunst blijf je af!
Maar dan kijk en luister ik naar wat ze te vertellen hebben. Het grijpt me aan. Het zijn noodkreten van jonge mensen die de wereld om zich heen zien veranderen en inzien dat het anders moet. En om dat onder de aandacht te brengen, nemen ze een drastisch besluit; ze vallen een Van Gogh aan in het schitterende National Gallery in Londen en spreken daarbij het volgende uit: ‘What is worth more? Art or life? Is it worth more than food, worth more than justice? Are you more concerned about the protection of a painting or the protection of our planet and people? The cost of living crisis is part of the cost of oil crisis. Fuel is unaffordable to millions of cold hungry families. They can’t even afford to heat a tin of soup. Meanwhile, crops are failing, millions of people are dying in monsoons, wildfire or severe drought. We cannot afford new oil and gas, it is going to take everything we know and love.’
Ik kijk nog eens naar het filmpje van dit protest en voel opnieuw een boosheid in me opkomen als de poeder richting het schilderij gaat. Ik vind het vreselijke beelden, maar desondanks blijven de woorden van de twee meiden in mijn hoofd spoken. De vraag die ze oproepen is spot on: zijn we meer bezorgd over de bescherming van een schilderij dan over de bescherming van onze aarde en de mensheid?
Als ik even later op de bank in onze woonkamer zit, kijk ik naar een schilderij dat bij ons aan de muur hangt. Het is een heuse Adriaan Nieuwenhuis. Een abstract werk uit 2015 waarnaar ik nu al jaren blijf kijken. Het is mooi, spannend, intrigerend en geeft hoop. En dat is volgens mij precies datgene wat we nu zo nodig hebben in onze huidige verwarrende tijd.
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe verhalen? Registreer dan je mailadres op https://www.gertspeelt.com/blog en krijg vervolgens gratis een bericht in je mailbox zodra een nieuw verhaal is gepubliceerd.
Comments