Daar komen ze, de ridders. Met hun stoere degens zwaaien en zwieren ze in het rond, waarbij ze sneller en gevaarlijker worden door de opzwepende muziek van Prokofiev. En hoewel het feest is, hangt de spanning volop in de lucht. Want hier dansen niet zomaar ridders. Nee, dit zijn de mannen van de families van Romeo Montaque en Julia Capulet. Ze dansen alsof hun leven er vanaf hangt. Twee families, lijnrecht tegenover elkaar, voor altijd in oorlog. Wie kan die strijd ooit beslechten?
Ik weet nog goed dat ik ergens in de jaren 90 het ballet over Romeo en Julia zag, gedanst door Het Nationale Ballet. Kippenvel over mijn hele lijf, ruim drie uur lang gegrepen door het verhaal, de dans en de muziek. Na de voorstelling was ik bekaf en los van tijd en ruimte. De week daarop volgend was ik nog lang in een soort van trance en dacht ik nog vaak terug aan het verstikkende einde van dit bijzondere verhaal. Waarom moest het toch zo aflopen met die twee? Het heeft me nooit losgelaten en als ik onverwachts de muziek van The Dance Of The Knights hoor, bekruipt me datzelfde gevoel als toen ik voor het eerst dit verhaal zag.
Dus op het moment dat ik afgelopen maandag in The Royal Albert Hall in Londen de eerste klanken van het Koninklijk Philharmonisch Orkest van Liverpool hoor, is het niet gek dat ik over mijn hele lijf ril. Want ik herken in die eerste klanken direct die magistrale dans en ben weer terug in dat moment van de jaren 90. ‘Wow, Romeo en Julia’, weet ik nog uit te brengen richting de naast mij zittende Lilian. Of ze het hoort weet ik niet, want direct daarna verlies ik tijd en ruimte en zweef met de klanken van de muziek naar het dramatische beeld van een door Romeo dood gewaande Julia. Als de klanken van de muziek in de zaal wegebben, veeg ik wat tranen uit mijn ogen. Wat mooi, wat bijzonder, wat ontroerend.
De avond in The Royal Albert Hall is magisch. Het orkest speelt stukken van Prokofiev, Debussy, Tchaikovski en meer. Het is een avond georganiseerd door Classic FM, waarbij de luisteraars op hun favoriete muziek hebben gestemd die nu tijdens een aantal avonden te beluisteren is in die magnifieke zaal.
Met ruim 5000 toeschouwers is deze totaal uitverkocht en weet ik niet waar ik moet kijken als ik binnenkom. Zo groot, zo stijlvol, zo uitnodigend ook. Het publiek, in zes etages rondom het podium zittend, waarbij Lilian en ik op de derde rang als een soort van Waldorf en Statler van de Muppets in onze eigen loge zitten. Wat moet het gaaf zijn om hier te mogen optreden. Ik mijn dromerige gedachten zie ik me al op het podium staan om één van mijn verhalen aan de uitverkochte zaal te vertellen. Na afloop natuurlijk het publiek op de banken waarna ik besluit nog maar een verhaal te vertellen. En zo droom ik die hele avond, ondersteund door de prachtigste muziek.
Dromen mag! Dromen moet! Wie niet droomt leeft niet, las ik ooit eens in een boek. Ik hou van dromen en doe dat ook veel. Maar gisteravond verdwenen ze opeens. Want in het tv programma Op1 zag en hoorde ik de verhalen van twee jonge vrouwen, de ene Joods, de ander Palestijns. Weg waren mijn dromen, ze spatten voor mijn kop uit elkaar en ik voelde me leeg en moe. Net als die keer dat ik die wanhopige Romeo zag, treurend om de zijn doodgewaande Julia. Bedrukt deed ik de tv uit, liep naar boven en sliep daarna onrustig in.
Toen ik vanochtend wakker werd en naar buiten keek, zag ik een klein winterkoninkje op een tak bij de schutting. Het beestje floot een paar keer, schudde parmantig zijn staartje nog wat rechter omhoog en vloog toen weg. Daarna stond ik op, schudde ook maar even mijn staartje en begon de dag. En het mooie van dat moment was dat ik merkte dat ik al mijn dromen weer terug had. Wat een geluk!
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe verhalen? Registreer je dan op https://www.gertspeelt.com/blog en krijg vervolgens een gratis bericht zodra een nieuw verhaal is gepubliceerd. Wil je mijn boek ‘Kunnen we het nog aan?’ met daarin meer dan 100 verhalen? Kijk dan op https://www.gertspeelt.com/boek.
Commentaires