Scene drie zit erop. Ik loop als opa Jan de speelvloer af richting de coulissen om me daarna op te gaan maken voor een andere rol die ik in scene vier moet spelen, namelijk die van puber Sander. Opa Jans pet en overall verdwijnen op de kapstok waaronder ik inmiddels ook de opasloffen heb neergezet. Dan pak ik Sanders jack, zet zijn pet op en doe zijn sportschoenen aan. En zo sta ik, ruim voordat scene vier begint, klaar om het podium te betreden. Maar dan, op het moment dat ik weer op moet en tegenspeelster Rolina als oma Martha aan haar keukentafel gaat zitten, zie ik daar opeens tot mijn verbazing medespeelster Greet kloek en kordaat het toneel oplopen. En dat moet niet, want Greet speelt niet mee in scene vier. Althans niet zoals we dat bedacht, geschreven en geoefend hebben. Maar blijkbaar denkt Greet daar anders over. Het toneellicht gaat aan en Greet zegt zonder enige aarzeling in haar stem: ‘Dag mam, ik heb even soep voor je in de koelkast gezet.’
En daar sta ik nu in de coulissen te kijken naar Greet die volop met Rolina aan het spelen is. De stoel waarop ik als kleinzoon Sander had moeten zitten, is nu door haar bezet. Het is niet dat ik ervan schrik. Het is ook niet dat ik niet weet wat ik moet doen. Nee, ik zie het gebeuren en kan er gelukkig direct de lol van inzien. Dit is precies waarom ik het spelen met deze twee fantastische meiden zo ontzettend leuk vind. Dat we, ondanks deze fout, er gewoon uit gaan komen, al spelenderwijs, op zo’n manier dat we alle drie lol hebben en het publiek niets door heeft.
Het is tijdens deze woensdagavond volop genieten. Het is heerlijk om met Greet en Rolina, in een goed gevulde Meerpaalzaal, voor een aandachtig publiek het verhaal te mogen spelen van een fictieve familie De Boer. Een verhaal in tien scenes waarbij Oma Martha aan dementie lijdt, opa Jan dat probeert te verhullen, dochter Els het niet meer aan kan en kleinzoon Sander geschokt en boos is als oma hem constant fout corrigeert. We spelen scènes waarbij verdriet, rouw, onmacht, boosheid en natuurlijk ook liefde naar voren komen. Waarbij er soms door het publiek een traantje weggepinkt wordt om vervolgens weer hartelijk te lachen om de bijzondere situaties die we ze voorschotelen. En dan tussen de scènes door de deskundige Gerdien van het bedrijf Top voor Dementie, die met het publiek bespreekt wat er te zien was en hoe om te gaan met deze nare ziekte.
Terug achter de toneeldoeken sta ik nog steeds te kijken naar Greet en Rolina die aan die keukentafel van oma Martha zitten te spelen alsof er niks aan de hand is. Even twijfel ik. Zal ik ze zo laten? Kijken hoe ze het oplossen? Want ongetwijfeld hebben ze door dat er iets niet goed gaat. Toch? Want nu ik wat beter kijk, zie ik geen enkel sprankje van twijfel in hun spel. Is het net alsof ze niks doorhebben, is het net alsof ze het zonder mij wel afkunnen! En dat laat ik me natuurlijk niet gebeuren.
Met een: ‘Hoi oma, daar ben ik dan’, kom ik als Sander de bühne op. En nog voordat Rolina of Greet iets kunnen zeggen kijk ik Greet aan en zeg: ‘Hé mam, jij ook hier?’ Ik zie Greet kijken en in een fractie van een seconde zie ik dat ze zich realiseert dat ze hier eigenlijk helemaal niet had moeten zitten. Dus wrijf ik het er nog even lekker bij haar in en zeg: ‘Oma had míj toch gevraagd om te komen, ze had jou toch niet gevraagd?’ Met een kleine twinkeling in haar ogen redt Greet zich vakkundig uit de situatie, vertelt dat ze alleen even soep kwam brengen en dat ze nu snel weer weggaat, waarna Rolina en ik verder kunnen met scène vier zoals scène vier bedoeld is.
Als kort daarna Greet aan de ene kant van het toneel in de coulissen staat en ik aan de andere kant, zie ik haar in een bijna stuip van het lachen. En Rolina, die naast me staat, giechelt naar me en fluistert: ‘Wat deed die Greet daar nou opeens?’ Wat een heerlijk moment.
Als de avond voorbij is en ik nog wat napraat met een paar bezoekers, merk ik dat ze niks gemerkt hebben van de fout in scène vier. Ze vonden het een geweldige avond met mooie ontroerende scènes die zeer herkenbaar waren vanuit hun eigen situaties. Als ik dan toch vertel wat er fout ging, wordt er gelachen. ‘Is het vervelend als dat gebeurt?’, vraagt één van de vrouwen. ‘Nee’, zeg ik, ‘met Greet en Rolina weet ik dat het altijd goed komt. We spelen al zolang samen, hebben zo’n enorm vertrouwen in elkaar, zijn ook zo getraind in het samen improviseren dat dat geen enkel probleem is. Ja, het is echt een feest om met ze te mogen spelen.’ Eén van de dames knikt: ‘Dat hebben we gezien, het was een prachtige avond.’
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe verhalen? Registreer dan je mailadres op https://www.gertspeelt.com/blog en krijg vervolgens gratis een bericht in je mailbox zodra een nieuw verhaal is gepubliceerd.
Comments