‘Jemig.’ Ik kijk naar mijn zoon Jesse. ‘Jemig’, zegt hij nog een keer. Hij is duidelijk onder de indruk van datgene wat hij vasthoudt en op zijn schoot heeft leunen. ‘Tja’, mompel ik, ‘dit is wat!’ Want ook ik ben onder de indruk. ‘Nou pap, na zes jaar onderzoek, hier is het dan.’
We zijn op bezoek bij Coen Cornelissen in Almelo die Civiel Bergingsofficier Vliegtuigbergingen bij de Koninklijke Luchtmacht is. Coen speurt naar neergestorte vliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog en graaft die op. Als jongetje van vier met zijn vader mee, die hetzelfde deed en hierdoor gefascineerd geraakt voor dit belangrijke werk.
Coen heeft me uitgenodigd nadat ik in november vorig jaar een lezing hield op de jaarlijkse landelijke bijeenkomst van de Studiegroep Luchtoorlog 40-45, de SGLO. Ik ben voor die bijeenkomst uitgenodigd om te vertellen over mijn jarenlange onderzoek naar het neerstorten van een Brits vliegtuig in november 1944 in het IJsselmeer tussen Dronten en Kampen. Coen is die dag als toehoorder aanwezig en hoort aan het einde van mijn lezing dat ik nog een grote wens heb aangaande het onderzoek. En dat is om de klep van het ontsnappingsluik te mogen zien van dit vliegtuig, dat in 1963 gevonden wordt bij de drooglegging van de polder en nu opgeslagen ligt in Woensdrecht. Zodra ik mijn wens uitgespreek, zie ik wat geschuifel en hoor dan SGLO voorzitter Ivo de Jong zeggen dat dat helemaal goed zal komen. Daarbij wijst hij naar een man die zijn vinger opgestoken heeft en door de zaal roept: ‘Dat ga ik voor je regelen.’ Het is Coen Cornelissen die met zijn omhoog gestoken vinger vriendelijk naar me glimlacht.
In december krijg ik vervolgens een appje waarin Coen meldt dat de klep inmiddels bij hem thuis staat en ik het mag komen bekijken. En dus zit ik, op zaterdag 14 januari 2023, met mijn jongste zoon Jesse in Coens werkkamer en kijk met ontzag naar wat Jesse op zijn schoot vasthoudt.
Kort daarna schuift Jesse de klep naar mij en houd ik het vast. Het is uiteraard beschadigd, maar toch verrassend goed intact. Het is klein en bovendien erg licht van gewicht. Dat is minder verrassend voor me omdat het toestel, de De Haviland Mosquito B Mk.XVI-ML 979-HS-A, grotendeels van hout is gemaakt. Er staan wat cijfers op en delen van het verf zijn nog steeds zichtbaar, zij het dat het hier en daar wat aan het afbladderen is. Maar terwijl ik dit zo bekijk, realiseer ik me vooral dat dit de klep van het luik is waardoor Alfred Kitchen niet naar buiten heeft weten te komen.
Tijdens de avond van 27 november 1944 is het toestel met 290 andere toestellen onderweg naar het Duitse Neuss voor een bombardement. Maar onderweg, boven Nederland, ontstaat opeens brand in één van de motoren. De brand is niet te blussen en Alfred wil ontsnappen maar komt vast te zitten en verliest kort daarna zijn bewustzijn. Wat voor hem een levensreddend luik had moeten zijn, wordt zijn belemmering waardoor hij het leven laat. En dat ding, van hout, verf, een aantal popnagels en wat ingegraveerde nummers, dat ding heb ik nu vast en terwijl ik dat doe, voel ik een soort van opgewektheid in me. Hoe verwarrend.
Als Jesse en ik een uur later weer richting de polder rijden, zijn we nog een poos stil van datgene wat we gezien, gehoord en gevoeld hebben. Het is in die stilte dat ik moet denken aan de brief die piloot Maurice Williamson schreef aan de weduwe van Alfred Kitchen. Een brief van 24 mei 1945, met daarin de details over die rampzalige gebeurtenis. Als eerbetoon aan Alfred Kitchen en Maurice Williamson heb ik hieronder een aantal delen uit die brief overgeschreven. Lest we forget.
My dear Mrs. Kitchen
It was a beautiful moonlight night, but when we were three quarters of the way over the North Sea, the port engine began to give trouble. This in itself was no cause for alarm, as I had often flown back with just one engine before. When we neared the coast of Holland the port engine burst into flames. Your husband was very calm, and promptly did all the things I asked him to do. We made all the preparations for leaving the aircraft if it became necessary. When it became obvious that we could not put out the fire with the automatic devices, I gave the word for him to leave the aircraft. Alfred released the last remaining door over the escape hatch and proceeded to drop through it. I was still in control of the aircraft. I then noticed Alfred appeared to be stuck in the hatch which is very small. I immediately bent down and tried to free him but found he was firmly wedged by his chute. The cockpit was full of smoke and fumes by this time. I pulled and struggled hard to free him but he was absolutely immovable. He then lost consciousness. Finally the port wing tanks exploded, and the machine began to spin to earth out of control. The aircraft finally broke up in the air, I found myself free and pulled my ripcord just in time for the machine crashed into the sea just below me. I could find no trace of Alfred, it seems almost certain he was still in the machine when it hit the water.
Well Mrs. Kitchen, these are the facts. I can’t say to you the things I feel, for letters seem so futile. I am terribly sorry it had to be like this.
Yours very sincerly.
Maurice Williamson
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe verhalen? Registreer dan je mailadres op https://www.gertspeelt.com/blog en krijg vervolgens gratis een bericht in je mailbox zodra een nieuw verhaal is gepubliceerd.
Comments