‘Gaat het goed met u meneer Talens?’ Even kijk ik op naar de verpleegkundige. ‘Ja hoor, met mij wel, maar als het daar bij de dokter maar goed gaat.’ Dan hoor ik een lach, komende van de man die op dat moment mijn rechterbeen opereert met een zogenaamde Vnus ingreep. ‘Geen zorgen hoor, het gaat hier prima’. Ik leg mijn hoofd weer neer op het zachte kussen van de operatietafel en geef me over aan de deskundigheid van de arts op deze maandagmorgen 31 januari 2022.
Tijdens de afgelopen zomervakantie in het Drentse Gasselte kreeg ik plotseling last van mijn rechterkuit. In het begin alleen in de ochtenden, maar een aantal dagen later toch ook gedurende de hele dag. Ik vertrouwde het niet helemaal en belde naar de praktijk van mijn huisarts. De assistente nam op en vanaf toen ging het snel. De klachten die ik beschreef konden duiden op acute trombose, dus was het zaak dat ik zo snel mogelijk een plaatselijke huisarts bezocht. Ik schrok, hing op en vond een huisarts in Groningen die me kon ontvangen. Twee uur later zat ik daar. De arts was kort en duidelijk. ‘Ik denk dat het wel meevalt, maar ik stuur je toch naar de spoedeisende hulp van het ziekenhuis. We moeten trombose uitsluiten.’ Toen ik die avond laat weer terug was op de camping, zat de eerste injectie met bloedverdunners in mijn lijf. Medicatie om de bij mij geconstateerde tromboflebitis tegen te gaan. Gelukkig geen trombose maar wel een ontsteking in oppervlakkige bloedvaten.
De weken gingen voorbij en ik herstelde. Maar ondanks dat mijn klachten verdwenen, maakte ik toch een afspraak voor een vervolgonderzoek. Want bij het onderzoek in Groningen was naar voren gekomen dat één van de aderen in mijn been te wijd was. Daardoor sloten de kleppen niet goed hetgeen de spataderen opleverden die ik al jaren in mijn rechterbeen had. En toen in november het vervolgonderzoek plaatsvond was de uitkomst dat een poliklinische ingreep nodig was.
Even sluit ik mijn ogen en hoor dat de arts aan het werk is. Hij praat zacht met de radioloog die met behulp van een echo de ingreep controleert. Als de arts dan na zo’n 20 minuten vertelt dat het klaar is, haal ik opgelucht adem. ‘Het is goed gegaan meneer Talens, we maken uw been even schoon, doen er wat verband om en daarna helpt de zuster met het omdoen van een steunkous. Over zes weken hebben we even een telefonische afspraak over hoe het gaat. We hoeven u hier niet weer te zien, het is nu achter de rug.’
De dagen erna loop ik met mijn steunkous aan, stapperdestap, door de kamer. Beetje strak, beetje pijn. Een pijn die overigens niet verdwijnt. Sterker nog, het neemt gaandeweg de week toe waardoor ik op vrijdagochtend de telefoon pak en nog voor diezelfde middag een afspraak krijg. Om kwart voor twaalf stap ik met mijn pijnlijke been het ziekenhuis in. Als ik dan om half vijf ’s middags het ziekenhuis weer verlaat met een tot boven de knie ingezwachteld been, weet ik na een echo, bloed- en urineonderzoek, een longfoto en een bezoek aan de dermatoloog dat ik werkelijk een uniek persoon ben. Want bij slechts 1 tot 2 % van de mensen die behandeld worden met een Vnus ingreep treedt als complicatie een trombose op. En ja hoor, die heb ik dus gekregen. Ik krijg voor drie maanden bloedverdunners en het vooruitzicht van twee jaar lang een steunkous om mijn arme rechterbeentje.
Een rechterbeentje dat het tijdens mijn leven toch al zwaarder heeft dan mijn linker. Want met mijn linker gaf ik de briljantste passes en scoorde ik de meest mooie voetbaldoelpunten in mijn 44 jarige voetbalcarrière. Met mijn linkerbeen zette ik ooit af voor mijn record hoogspringen van 1 meter 65 en verspringen van 5 meter 10. Mijn linkerbeen stapt elke morgen als eerste uit bed waardoor ik de dag fris en vrolijk kan beginnen. En het is hetzelfde linkerbeen dat in de avond de laatste stap zet om mijn bedje in te duiken als er weer een bijzondere dag voorbij is gegaan. Mijn linker is mijn alles. En mijn rechter, dat is, zoals voetbalteamgenoot Timmerjan ooit eens aan me zei ‘je chocoladebeen’.
Toen ik afgelopen vrijdag weer in het ziekenhuis was om mijn zwachtel te laten verwijderen en een steunkous aan te laten meten, kwam daarom de opmerking van de verpleegkundige als een geschenk uit de hemel. ‘Weet u wat fijn is meneer Talens, u heeft een mooi slank been, dat scheelt echt enorm.’ Even kijk ik haar aan en kijk dan naar mijn chocoladebeen, dat opeens van kleur verandert. Want waar mijn been eerst een wat doffe melkachtige uitstraling heeft, verandert hij plots in een prachtige glanzende diepbruine kleur. Ja, ik weet het vanaf dat moment heel zeker, ik heb inderdaad een bijzonder been, gemaakt van eersteklas pure chocola. Lang leve mijn chocoladebeen!
Wil je op de hoogte blijven van nieuwe verhalen? Registreer dan je mailadres op https://www.gertspeelt.com/blog en krijg vervolgens wekelijks gratis een bericht in je mailbox zodra een nieuw verhaal is gepubliceerd.
Comments