In het Eexter Zuudlaanderbossie was het altijd goed toeven. Het was op zo’n 200 meter vanaf de Gieterstraat alleen te bereiken via een nauwelijks begaanbaar zandpad dat heel af en toe nog gebruikt werd door een boer en zijn tractor. Het bosje van zo’n 100 bij 100 meter groot lag er daarom altijd wat verlaten bij. Geen wandelroutes of fietspaden doorkruisten het, zelden was er een mens te zien. Dus wat is er dan leuker om als kind juist daar te spelen? Om er hutten te bouwen, vuurtje te stoken en een crossbaan te maken om met je oude crossfiets over te racen waarbij verder niemand je ziet? Niks is leuker en dus was ik daar graag.
Ik moet er deze week opeens aan denken tijdens een wandeling die wij hier thuis het rondje fruitboeren noemen. De wandeling start vanaf mijn huis en gaat langs een aantal fruittelers in de buurt. Op de terugweg loop ik door de bosstrook die Dronten-Zuid van de Biddingringweg scheidt en kom langs een schitterende fietscrossbaan. Geen baan overigens die bedacht en gemaakt is door volwassenen. Nee, deze baan is de afgelopen jaren gevormd door vele kinderhanden. In het begin eerst nog een klein paadje, maar inmiddels verworden tot een imposante baan voorzien van een startheuvel, kombochten en springschansen.
Bij die baan stop ik even. Helaas zijn er vandaag geen crossende kinderen, anders zou ik wat langer blijven om naar ze te kijken. Wel komt er een wat oudere mevrouw aan met een klein fifi-hondje. Ze ziet me kijken. ‘Ja schandalig he’, roept ze me al tegemoet. ‘Wat is schandalig mevrouw?’ ‘Nou die baan hier natuurlijk. Dat ze dit toelaten! Dat de gemeente niet ingrijpt. En het wordt ook steeds groter. Laatst zag ik weer twee kinderen met scheppen aan het graven. Werd er weer een bocht gemaakt. Nog even en ze kappen de bomen ook nog. Is dat hoe de jeugd tegenwoordig leert om te gaan met de natuur?’
Haar woorden stromen als water van een waterval, sneller dan snel, waarbij ze zichzelf haast geen tijd geeft om even adem te halen waardoor haar hoofd roder en roder aanloopt. Maar gelukkig, net op het moment dat ik denk dat ze zal ontploffen, stopt ze en kijkt me ietwat bozig aan. Ik weet even niet wat ik moet zeggen. Kijk dan naar haar hondje en zie een vers dampend hondendrolletje midden op de crossbaan liggen. Nog een hindernis erbij denk ik, terwijl ik haar weer aankijk.
‘Ach, het lijkt mij wel prima. Want het is toch heerlijk dat ze hier spelen in plaats van ergens kattenkwaad uithalen? Heeft u vroeger ook gefietscrost?’ ‘Hahaha ik? Nee zeg, hou toch op. Aan die flauwekul deed ik niet mee. Dus u vindt het goed dat ze de natuur hier zo vernielen?’
Ik kijk nog eens naar die fantastische baan waarop ik het liefst nu zelf ook even een rondje zou willen crossen om haar te laten zien hoe fijn dat is. ‘Ja, ik vind het wel goed. Ik zie het helemaal niet als vernielen, ik zie dit nu echt als spelen in het groen en denk dat ze juist hierdoor veel van de natuur leren.’ Maar dan, als ik haar wil vertellen over het Zuudlaanderbossie, draait de mevrouw zich om, roept haar hondje en loopt weer door. ‘Dag hoor’, zegt ze nog en verdwijnt dan om de bocht, waarbij ik zie dat haar hoofd opnieuw rood is aangelopen.
Ach, het Zuudlaanderbossie. Terwijl we crosten in het bos, zorgde altijd één van ons voor het kampvuur. Want daarop maakten we knakworstjes warm, poften we aardappels of verwarmden walnoten. Nooit kwamen er mensen met fifi-hondjes voorbij die zich bemoeiden met ons fijne spel. Nooit een vermanend vingertje van mijn ouders of een hartig woordje dat het misschien niet goed zou zijn voor de natuur. De natuur die ik overigens vooral door dat spelen goed ging leren kennen. Ik wist precies waar de reeën zaten en de vossen zich schuil hielden. Wist van de buizerdnesten, hazenlegers en konijnenholen. We zagen ze ook vaak, die dieren. Dan sprongen ze weg als wij er aankwamen en als we het bosje verlieten kwamen ze weer terug. En zo ging dat jaar in, jaar uit.
Terwijl ik verder loop, denk ik nog even aan de mevrouw en vrees dat zij in haar leven nooit een Zuudlaanderbossie heeft gekend. En dat vind ik pas echt jammer.
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe verhalen? Registreer je dan op https://www.gertspeelt.com/blog en krijg vervolgens gratis een bericht in je mailbox zodra een nieuw verhaal is gepubliceerd. Wil je mijn boek ‘Kunnen we het nog aan?’ met daarin meer dan 100 verhalen? Kijk dan op https://www.gertspeelt.com/boek.
Comments