top of page
Zoeken

Het is hen ook maar overkomen

Paul Bäumer heeft er zin in. Zijn vrienden ook. De middelbare school zit erop, het grote avontuur lonkt. Eindelijk kunnen ze gaan naar daar waar ze al een tijdje van dromen: het westelijke front. De soldatenuniforms worden aangetrokken waarna honderden jonge mannen al marcherend en luid zingend richting het slagveld vertrekken.


Mädchen ich liebe dich, aber heiraten das geht noch nicht, warten wir noch ein Jahr, dann wirds wir ein Paar.


Daarna gaat het snel. Eenmaal aangekomen aan het front is de hoop snel verdwenen. Ontkomen aan de gruwelen van het loopgravenslagveld tijdens deze Eerste Wereldoorlog is onmogelijk. En dus vallen de vrienden van Paul één voor één dood ter aarde, uiteengereten door een bommenregen van de vijand.


Het boek Im Westen nichts Neues van de Duitse schrijver Erich Maria Remarque is aangrijpend en beklemmend. De nieuwste verfilming van dit boek dat sinds kort in de bioscoop en op Netflix te zien is, laat aan de fantasie ook weinig over. Wie wil weten hoe het er op een slagveld aan toe gaat, krijgt met deze film een onuitwisbare indruk.


Ik besluit de film op tv te gaan kijken en niet in de bioscoop, dat durf ik niet aan. De reden dat ik kijk is niet omdat ik persé wil weten hoe het er aan toe gaat op een slagveld. Hij gaat mij meer om het persoonlijke verhaal van al die soldaten. De film grijpt me van meet af aan bij de strot en laat me ruim tweeëneenhalf uur niet meer los. De hoop, moed, trots en bravoure van de jonge Duitse soldaten, voortkomend vanuit een gevoel van dat ze het goede gaan doen, verdwijnt snel. Terwijl ik kijk, heb ik met hen te doen. Leef ik me in in het gevoel van hoofdpersoon Paul en hoop gaandeweg dat hij het zal redden.


Als de film is afgelopen en ik leeg en stil op mijn bank zit te kijken naar de aftiteling en luister naar de prachtige muziek, besef ik me dat het in alle oorlogen zo gaat. Levens van mensen, met allen een eigen uniek verhaal, gaan eraan alsof het er niet toe doet. Wat een verlies van liefde, genialiteit en uniciteit van al die mooie mensen. En wat goed dat dat beschreven is in dit boek en opnieuw verfilmd is. In de huidige tijd van oorlog en geweld is het goed om je blijvend te realiseren dat het hier toch echt om gewone mensen gaat.


Na het zien van deze film weet ik nu nog beter wat me dit weekend te doen staat als ik als gastspreker mag optreden op de landelijke bijeenkomst van de Studiegroep Luchtoorlog 40-45, de SGLO. De SGLO bestaat sinds 1975 en heeft zich als doel gesteld om de luchtoorlog boven Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog te bestuderen en zo een database op te bouwen. De vereniging telt ruim 450 leden die allen uiterst deskundig zijn. Toen ik een paar weken geleden gevraagd werd om te komen vertellen over mijn 5-jarig onderzoek naar een neergestort vliegtuig in het IJsselmeer in november 1944, hoefde ik niet lang na te denken en zei volmondig ja.


Maar gaandeweg ontstaat er dan toch wat twijfel. Natuurlijk kan ik vertellen over mijn onderzoek, maar zijn deze mensen hierin echt geïnteresseerd? Want mijn nieuwsgierigheid gaat vooral uit naar de jongens die in zo’n nietig vliegtuigje hun leven keer op keer riskeerden. En zijn mijn toehoorders bij de SGLO niet veel meer geïnteresseerd in een technisch verhaal, over gevechtstrategieën, oorlogsvliegtuigen en de vele bombardementsvluchten? Ben ik daar dus met mijn presentatie wel op de goede plek?


Als zaterdagochtend rond 12 uur mijn presentatie is afgelopen klinkt er een luid applaus. Ik krijg een prachtig dankwoordje van voorzitter Ivo de Jong en word vervolgens door velen gecomplimenteerd met mijn verhaal en de wijze waarop ik het vertelde. Wat fijn om te horen en wat gaaf dat velen mij vertellen dat ze zelf ook geraakt zijn door de verhalen die zijzelf onderzoeken over neergestorte vliegeniers. ‘Het was een bizarre tijd’, aldus één van de mensen die me aanspreekt. Ik knik. ‘Weet u wat mij altijd door mijn hoofd spookt bij dit soort verhalen? Dat het die jongens ook maar gewoon is overkomen. Dat zij ook het liefst gewoon zoon, broer, echtgenoot, vader en oom wilden zijn.’ De man kijkt me aan en knikt. ‘Zo is het Gert, zo is het.’


Als ik later die middag naar huis terugrijd zie ik het gezicht van de Duitse Paul Bäumer opeens weer voor me. Zo’n prachtige man, vol met dromen en nog een heel leven voor zich. De vernieling in gejaagd door en voor een idee dat niet klopt. Een idee dat dwars ingaat tegen datgene wat elk mens wil, gewoon een gelukkig leven.


Wil je meer weten over mijn onderzoek kijk dan op https://www.gertspeelt.com/kitchen




 

Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe verhalen? Registreer dan je mailadres op https://www.gertspeelt.com/blog en krijg vervolgens gratis een bericht in je mailbox zodra een nieuw verhaal is gepubliceerd.

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page