top of page
Zoeken

Goud voor TeamTalens

Het mooiste moment is vlak voor de start. Zes boten liggen klaar met in elk van die boten vier gespierde jonge kerels. Kerels die zich straks aan elkaar gaan meten op een twee kilometer lange roeibaan. Twee kilometer, dat klinkt niet ver, maar als ik een kwartier voor de start het water afkijk richting de finish, zien die twee kilometer er gruwelijk lang uit. Ik zou er als een berg tegenop zien, maar zo niet deze 24 kerels die nu strak gespannen klaar zitten om te mogen vertrekken.


Al wachtend op het startsein, kijk ik naar ze, maar vooral naar die ene boot. De boot van TeamNL, want in die boot, op de tweede plek, zit zoon Erik. Voor het eerst in TeamNL en nu klaarliggend voor zijn eerste Oranjewedstrijd tijdens de Wedau Regatta in het Duitse Duisburg. Wat een fantastische ervaring voor hem. Even kijk ik naar Lilian. ‘Mooi he’, roep ik haar toe. ‘Ja, prachtig!’, is het korte antwoord want al haar aandacht is nu ook bij de start. Niet zozeer de start van de mannen, maar vooral onze start. Immers zodra de roeiers mogen, mogen de fietsers ook en dat is waar Lilian en ik ons nu op moeten focussen. Want ja, wij fietsen mee!


Natuurlijk had ik het wel eens gezien op tv. Al die fietsers die parallel aan de roeibaan met de boten meerijden. Schreeuwende fietsers ook. Begeleiders, coaches, fans én, zo ik nu weet, ook familieleden. Waar ik tot nu toe bij het sporten van mijn kinderen zelf relaxed en rustig kon kijken, is dat met Eriks roeien drastisch veranderd. Niet alleen de roeiers leveren een monsterprestatie, dat geldt net zo goed voor al die fietsers die er, net als de roeiers, ook een wedstrijd van plegen te maken.


Mijn eerste fietswedstrijd, langs de Olympische Bosbaan in Amsterdam, was er één om nooit te vergeten. Het is het najaar van 2019 als Erik voor het eerst in de wedstrijdboot zit met zeven andere grote stoere kerels. Lilian, Jesse en ik staan klaar met de fiets om hem aan te moedigen. Dan klinkt het startsein. Maar zodra het goed en wel begonnen is, gaat het mis. Want Eriks boot bevindt zich aan lager wal waarbij de stuurvrouw het ook niet meer onder controle krijgt. Zo gaat de koers in plaats van rechtdoor, nu regelrecht de Amsterdamse rietkraag ingaat. ‘Ai’, zeg ik tegen Jesse, ‘dat ging volgens mij niet helemaal goed.’


Gelukkig volgt er een herstart en daarna gaat het goed. De boten vertrekken en ik moet nu stevig doorfietsen. Met zo’n 25 kilometer per uur roeien de kerels recht op hun doel af. Iets wat voor mij nog wel wat lastiger is. Want op het pad langs de Bosbaan zijn het niet alleen meefietsende supporters, maar ook tegemoet rijdende fietsers op weg naar hùn start, wandelaars die ook recht menen te hebben op dit pad en de vele kuilen, hobbels en oneffenheden in het pad zelf. Dit alles gaat dan ook nog gepaard met coaches die schreeuwen alsof hun leven ervan afhangt, waarbij alle mee fietsenden zeer dicht op elkaar rijden. Het zorgt ervoor dat ik in alle hectiek mijn aandacht een beetje verlies bij het roeien en meer let op mijn eigen strijd op de fiets. Als de wedstrijd kort daarna is afgelopen en ik ergens in de middenmoot eindig, weet ik niet helemaal precies op welke plaats Eriks boot is geëindigd.


Maar nu, hier aan de start van Eriks TeamNL wedstrijd, zal me dat niet opnieuw gebeuren. Destijds in Amsterdam nog op een gehuurde veel te kleine barrelfiets, nu op een strakke elektrische Stella die in zijn stand 9 een kleine 26 km per uur haalt. Kom maar op starter!


Nog even is het stil, nog even is er de spanning voorafgaand aan het geweld dat gaat komen. Maar dan, als de toeter klinkt, is dat alles voorbij en beginnen de boten met een imposante startsnelheid aan hun wedstrijd.


Mijn start is ook top. Ik val precies in het startsein en lig nu lekker vooraan in de meefietsende groep. Al fietsend kijk ik dan weer naar de roeiers, dan weer naar het pad, met ook hier tegenliggers en weekendwandelaars. Maar met inmiddels genoeg ervaring weet ik me goed te handhaven en versnel nu een beetje waardoor ik voorop kom te liggen. Dat is nodig want de Hollandboot versnelt nu ook en komt na 1500 meter op kop te liggen.


Zo gaan we door. De Holland-vier en ik samen op kop. Ik kijk nog eens om naar de andere roeiers en fietsers en zie nu dat het gat geslagen is. We kunnen zelfs iets ontspannen en zo komen Erik en ik, na twee kilometer, winnend over de streep.


Als later in de middag de finale geroeid wordt en Erik zijn eerste gouden medaille wint, sta ik met Lilian bij het podium om foto’s te maken van dit unieke moment. Terwijl de medailles omgehangen worden, voel ik me opeens zo’n Oranje-ouder die ik vaak op tv zie om hun kind aan te moedigen tijdens een wedstrijd. En dan denk ik ook aan die sporters die geen ouders meer hebben om hun succes mee te vieren. Die dan even naar boven kijken. Ik vind dat telkens weer ontroerend.


Erik kijkt niet naar boven, gelukkig niet! Hij kijkt naar voren en ziet daar zijn ouders waarna hij ze beloont met zijn mooiste en liefste gouden glimlach.




 

Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe verhalen? Registreer je dan op https://www.gertspeelt.com/blog en krijg vervolgens gratis een bericht in je mailbox zodra een nieuw verhaal is gepubliceerd. Wil je mijn boek ‘Kunnen we het nog aan?’ met daarin meer dan 100 verhalen? Kijk dan op https://www.gertspeelt.com/boek.

Recente blogposts

Alles weergeven

Virga Jesse

Wat een week

bottom of page