top of page
Zoeken

Gevlinderfladder

Bijgewerkt op: 24 apr. 2023



Tijdens één van mijn bijna dagelijkse wandelingen zie ik haar. Of

hem. Ik weet het niet zeker. Bij sommige dieren zie je dit direct maar

bij vlinders is dat anders. Ik zie wel dat het een dagpauwoog is, maar

welk geslacht wordt me niet duidelijk. Het prachtige diertje is al een

paar honderd meter met mij mee gevlinderfladderd. Dan weer hoog,

dan weer laag, soms recht vooruit, dan weer terugbogend om mij

heen. Licht als een zonnestraal in de lente, fris als de ochtenddauw

op een blad.


Met verbazing volg ik de vlinder, maar ik bedenk me opeens dat

het beestje misschien wel net zo verbaasd over mij kan zijn. Dat ie

daarom al zo lang met me meevliegt. Dat ie ziet dat er geen gefladdervlinder

in mijn tred te ontdekken valt. Dat ik niet draai, zwier of

zweef. Dat mijn voeten zwaar en mijn benen moe lijken. Dat ie ziet

dat ik op dit moment niet door heb hoe mooi het weer en hoe helder

het licht is.


Stel je eens voor dat vlinders ons kunnen observeren. Dat ze ons

bestuderen en het dan daar met elkaar over gaan hebben. Vlinders

zouden niet uitgekeken raken op ons. Ze vallen vast van de ene verbazing

in de andere. Ze zouden concluderen dat alles wat vlinders

wel hebben, mensen niet hebben.


Terwijl ik de vlinder volg, weet ik het nu opeens zeker. Deze dagpauwoog

bestudeert mij. Ik voel me opeens bekeken. Wil eigenlijk

ook niet dat ie me zo zou zien. Nee, ik moet iets doen.


Dus verander ik mijn gang. Begin lichter te lopen, draai af en toe een

rondje, snuif de buitenlucht op, kijk naar de mooie blauwe hemel en

lach hardop.


Even vergeet ik zo waar ik ben, voel me in een andere dimensie.

Totdat die droom plots wordt verstoord door een grote voorbijrijdende

tractor met volle wortelkar. Ik ben terug in mijn aardse ik.

Verontrust kijk ik om me heen. Waar vlindert mijn schoonheid? Het

beestje is toch niet door de tractor vermorzeld? Lichte paniek komt

in me op.


Maar dan, vlak voor mijn voeten op het polderasfalt, zie ik de vlinder.

Rustend, vleugels gespreid, de volle zon opvangend. Ik slaak een

verlichte zucht. Mijn vlinder is er nog. Even kijk ik naar het diertje

en besluit dan het beestje in mijn hart mee te nemen.


Dat is overigens misschien voor ons allemaal een goed idee. Want

met de herfst en winter voor de boeg kunnen we denk ik zo nu en

dan wel wat gevlinderfladder gebruiken.




 

Wil je op de hoogte blijven van nieuwe verhalen? Registreer dan je mailadres en krijg vervolgens wekelijks gratis een bericht in je mailbox zodra het verhaal is gepubliceerd.

Recente blogposts

Alles weergeven

Neem mij mee

bottom of page