top of page
Zoeken

Een zee van ruimte

Het is tien over acht als ik vrijdagochtend 10 maart op mijn horloge kijk. Mijn ontbijt zit erop. Of liever gezegd, zit erin. De drie verse bolletjes met kaas en jam en een gekookt eitje smaakten me goed. En terwijl ik mijn laatste slokje thee neem, realiseer ik me dat ik nog genoeg tijd heb voordat de onderwijsconferentie over Natuur, Wetenschap en Techniek gaat beginnen. Die vindt deze keer plaats in Egmond aan Zee. De avond ervoor kom ik al in Egmond aan en overnacht ik in hotel De Boei. Zo bespaar ik me een zeer vroege reis op de vrijdagmorgen en bovendien heb ik op deze manier voorafgaand aan de conferentie nog tijd voor datgene waar ik echt heel veel zin in heb: een strandwandeling.


Het miezert als ik het strand oploop. De regennevel ontvangt me met open armen, waarbij de wind niet achterblijft en me een snerpende kou toeblaast. Als ik op het harde deel van het strand sta, vlakbij de waterlijn, kijk ik naar links. In de verte zie ik twee mensen lopen. Als ik vervolgens naar rechts kijk, zie ik twee honden met hun baasjes. Verder is het stil. Ik heb de hele ruimte nagenoeg voor mezelf en voel me de koning van het strand.


Zoals zo vaak komt direct die ene vraag bij me op als ik aan de strandwandeling wil beginnen: ga ik eerst tegen de wind in of ga ik er eerst vanaf? Wil ik eerst het zuur en dan het zoet, of laaf ik me eerst aan de rust om mijn oren en de relatieve warmte van de wind in de rug? Ik moet er om lachen. Want natuurlijk loop ik eerst tegen de wind in. Eerst de moeite, daarna het plezier, eerst het werk, daarna het meisje. En dus draait Gert ‘Calvijn’ Talens zijn lichaam en loopt richting het noorden. Kom maar op!


Dat is inderdaad koud, waarbij de miezerregen mijn broek behoorlijk klam maakt. En als mijn beide oortjes de kou ook maar moeilijk kunnen verdragen, doe ik snel mijn capuchon over mijn pet om zo mijn hoofd droog te houden. Zo loop ik op het stille verlaten strand en laat verder de kou en nattigheid over me heen komen.


Na een minuut of tien nader ik de honden met hun baasjes. Ik zie dat de twee mannen zo’n tien meter uit elkaar staan en naar hun honden kijken. De ene man ziet er koud uit, de andere alsof hij door zijn vrouw naar buiten is gestuurd. ‘Vanmorgen is het jouw beurt Heino’, waarna hij de riem maar heeft gepakt en met gebogen hoofd met hond naar buiten sjokte. Ik bekijk de silhouetten van beide mannen. Niets aan hen laat mij zien dat ze ook maar een klein spatje van mijn genietende strandwandelgevoel hebben. Het is een gek gezicht. Die twee op redelijke afstand van elkaar, in stilte kijkend naar hun honden die zo vrolijk achter elkaar aan rennen. Een schitterende golden retriever, die van geen ophouden weet en dartelend en huppelend achter een snelle bordercollie aanrent. Natuurlijk is de golden kansloos als het om snelheid gaat. Maar gaat het om enthousiasme en speelsheid, dan wint hij met groot gemak. Want terwijl de bordercollie meerent en op het eerste oog ontspannen lijkt, is duidelijk te zien dat het beest steeds naar zijn baasje kijkt om te zien of hij nog een commando krijgt. Want zo zijn bordercollies, altijd lettend op de ander, altijd wakend voor een opdracht. En de golden? Die is zich van geen omgeving bewust, is allang vergeten dat ie een baasje heeft en rent en dolt en rolt en springt maar door. Hij gaat volledig op in het nu en speelt in een tijdloze ruimte, in een taakloos bestaan.


Ik loop nog een kwartiertje verder op het nu compleet lege strand. Het is droog geworden en van de kou merk ik niks meer. Sterker nog, ik heb het warm gekregen, doe mijn capuchon af en open mijn rits een beetje. Ik kijk naar voren en kies een strandpaal die mijn keerpunt gaat worden. Als ik daar na een paar minuten ben, tik ik de paal aan en keer me om. De terugreis kan beginnen.


De wind waait nu schuin in mijn rug, het ruisen in mijn oren is verdwenen. Ik ben in een soort van geluidloos vacuüm terecht gekomen, waar het qua temperatuur heerlijk toeven is. En ik ben alleen. Voor de twee baasjes heeft het lang genoeg geduurd en als ik langs de plek loop waar de honden zojuist nog speelden, spoelt de zee hun laatste sporen weg. Is hier wat gebeurt dan?


Twintig minuten later loop ik het hotel in om mijn spullen te pakken en naar de conferentie te gaan. Als ik de deur van het conferentieoord open, draai ik me om en snuif de zilte koude zeelucht nog eenmaal op. Wat de dag me verder ook zal brengen, de start was geweldig en verliep precies zoals ik had gehoopt. Met een glimlach om mijn lippen loop ik naar binnen. Kom maar op met die lezingen en workshops, ik kan ze met gemak aan vandaag.




 

Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe verhalen? Registreer je dan op https://www.gertspeelt.com/blog en krijg vervolgens gratis een bericht in je mailbox zodra een nieuw verhaal is gepubliceerd.

Recente blogposts

Alles weergeven

Virga Jesse

Wat een week

bottom of page