Moeilijk is het niet en hogere wiskunde is het evenmin. Je hoeft er ook niet voor doorgeleerd te hebben. Nee, niks ervan, want iedereen weet gewoon uit eigen ervaring dat het zo is: de natuur heelt en buiten zijn bevrijdt. Of het nu in de zon, in de regen, in de vrieskou, aan het strand, in het bos, in de bergen of gewoon in de eigen tuin is, buiten zijn is vrij zijn. Heb je een lange dag hard gewerkt, zit je in een verdrietige tijd of geniet je van de vakantie, wie buiten is, ervaart een extra dimensie aan het bestaan. Een dimensie van hoop, van energie, van kracht.
‘Ik heb nog wel een goede tip voor jullie.’ Ik zit samen met medestudent Martien aan tafel en we luisteren naar onze natuurdocent Wilto van pabo De Eekhorst in Assen. Het is het najaar van 1988 en ik zit in mijn laatste studiejaar. In dit jaar ben ik verplicht om een lange periode stage te lopen op een basisschool, maar ik heb daarnaast ook nog de keus om tien weken ergens anders een stage-ervaring op te doen. Je mag die periode ook opsplitsen in twee verschillende stages. En omdat ik daarvoor gekozen heb en gedurende dat jaar een zesweekse stage zal lopen in het Engelse Northampton, rest me nog een invulling te vinden voor die andere vier weken. ‘Ik denk dat het veldstudiecentrum van Stichting Veldwerk Nederland in Orvelte een fantastische plek voor jullie is. Ga er maar eens heen en kijk maar eens of het iets is.’
Zo komt het dat Martien en ik een week later in Orvelte met Anneke spreken. Anneke is één van de inhoudelijke medewerkers van dit centrum en ze ziet direct mooie kansen voor ons. Behalve dat we allerlei veldonderzoek kunnen doen en gebruik mogen maken van alle veldwerk- en laboratoriummaterialen gaan we ook een hele veldwerkweek voorbereiden en uitvoeren voor een groep 7 en 8 van een basisschool uit Zuid-Holland. Die groepen zullen in de derde week van maart Orvelte bezoeken. Bovendien mogen we gedurende die hele periode in Orvelte slapen en gebruik maken van de keuken. En dit alles voor de prijs van nul gulden. We beëindigen het gesprek en enthousiast geworden door het vooruitzicht laten we de dag erna aan onze docent weten dat we in het voorjaar graag naar Orvelte gaan.
De periode in Orvelte verloopt fantastisch. Ik heb het er enorm naar mijn zin, geniet van het vele buiten zijn en als in de laatste week de kinderen van bassischool De Tiende Penning uit Vierpolders op bezoek zijn, kan ik mijn hart ophalen. De hele week werken de kinderen buiten en op één van de avonden geniet ik volop als ik in de IJzertijdboerderij de spannende legende van Ellert en Brammert vertel. Als we na het verhaal door het inmiddels donker geworden bos teruglopen, merk ik dat ik het wellicht toch iets te spannend verteld heb. Ik kom handen tekort om iedereen een handje te geven, waarbij we allen op onze hoede zijn of die enge Ellert of die gevaarlijke Brammert niet ergens van achter een boom plotseling tevoorschijn springen. Gelukkig laten beide schurken zich die avond niet zien.
Als ik na mijn stageperiode Orvelte verlaat, hoop ik dat het niet de laatste keer is geweest dat ik dit centrum bezoek. Dus als ik in 1991 in Dronten kom te werken, opper ik ergens in dat eerste jaar dat het Veldstudiecentrum in Orvelte wellicht een leuk idee zou zijn voor een schoolkamp. Hoewel ik het helemaal zie zitten, is directeur Geert niet overtuigd. Dat heeft er overigens ook mee te maken dat als we naar Orvelte zouden gaan, we wellicht Friesland als locatie moeten laten vervallen. En dat was voor deze stoere Friese directeur nog net een stempelpost te ver. Ik begreep dat overigens volledig, liet mijn suggestie varen en genoot de jaren erop volop mee als we naar Friesland fietsten. Geert met een collega voorop, dan 70 kinderen er tussenin en tenslotte een collega en ik achteraan, waarbij ik op mijn fietsdrager trots mijn KNVB afdeling Drenthe voetbaltas gebonden had, hetgeen bij Geert menig grimas veroorzaakte.
In 2000 kom ik vervolgens op de pabo in Deventer te werken. Tijdens één van de eerste vakgroepvergaderingen opper ik of het niet een gaaf idee zou zijn om een aantal dagen met onze studenten naar Orvelte te gaan. ‘Ja, eindelijk iemand die dat ook wil’, juicht collega Everhard hardop. En na veel voorwerk is het in het studiejaar 2001-2002 dan zover en vertrekken we naar Orvelte.
Voor mij is het een weerzien met de medewerkers die ik nog van mijn stageperiode ken. Het is een gevoel van thuiskomen. Het is de combinatie van veldonderzoek en het buiten zijn wat ik zo fijn vind, waarbij ik gelukkig niet de enige ben. Want met mij zijn mijn collega’s ook razend enthousiast en zijn de studenten, na een lichte aarzeling bij de start, opgewekter en gemotiveerder dan ik ze ooit zag. De natuur heelt, de natuur bevrijdt. En zo verblijf ik inmiddels elk jaar een aantal dagen in Orvelte en heb ik er, als ik alle nachten bij elkaar optel, bijna vijf maanden van mijn leven gelogeerd.
De verrassing is daarom groot als ik begin februari van Aaltje Bos, één van de eerste medewerkers van het Veldstudiecentrum, een berichtje krijg. Of ik tijdens de reünie van zaterdag 4 maart een verhaal wil vertellen over mijn ervaringen in Orvelte. Ik voel me vereerd en laat direct weten dat ik dat graag doe. Omdat ik het leuk vind, maar ook omdat ik de plek en de medewerkers wil eren met hun unieke positie in de onderwijswereld. Want hoewel we het allemaal door eigen ervaring wel weten en het tegenwoordig ook meer en meer door (internationaal) wetenschappelijk onderzoek bewezen wordt: wie in de natuur over de natuur leert, leert meer!
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe verhalen? Registreer je dan op https://www.gertspeelt.com/blog en krijg vervolgens gratis een bericht in je mailbox zodra een nieuw verhaal is gepubliceerd.
Comments