Wat zou ik doen? Zou ik mijn portemonnee gaan pakken? Zou ik mijn jas aan gaan trekken? Zou ik naar buiten gaan? Zou ik gaan wandelen naar de bloemenkiosk om de hoek? Zou ik de verkoopster aankijken en vragen om een mooie bos rozen? Zou ik die betalen? Zou ik daarna naar huis gaan? Of zou ik direct naar die ene plek gaan waar al zoveel bloemen liggen? Zou ik toch maar eerst naar huis gaan om nog een foto van hem te halen? Zou ik die foto dan aan mijn bos bloemen hangen? Zou ik dan een tas pakken om mijn bloemen in te doen? Of zou ik gewoon met die bos in mijn handen duidelijk zichtbaar over straat lopen?
Zou ik dan nog even langs de buren lopen? Zou ik ze vragen om mee te gaan? Zou ik de hele straat langsgaan? Zou ik iedereen meevragen om mee te gaan? Zou ik daarna de hele wijk vragen, een fanfare regelen en in optocht gaan? Zou ik mijn telefoon meenemen om mijn bloemenoptocht live te kunnen uitzenden?
Zou ik door blijven lopen als ik in een zijstraat de zwaar bewapende oproerpolitie al klaar zag staan? Zou ik naar ze zwaaien en ze een roos uit mijn bos toegooien?
Zou ik al lopend nadenken over een korte toespraak? Zou ik dan bij aankomst direct het woord vragen? Zou ik daarna een minuut stilte willen? Of zou ik vragen om een minuut applaus?
Zou ik blijven staan als de sirenes klinken? Zou ik recht blijven staan als wapenstokken mijn rug geselen. Zou ik iets roepen als ze me meenemen en me in een arrestatiebus afvoeren?
Zou ik huilen als ik in een donkere koude cel word gegooid? Zou ik vragen om water als ik dorst heb? Zou ik vragen of ze mijn familie willen inlichten?
Zou ik in paniek raken als ze me de volgende dag naar een ver en ijskoud interneringskamp brengen? Zou ik hoop houden als mijn rechtszaak begint? Zou ik sterk blijven als ik hoor dat ik tientallen jaren opgesloten word.
Zou ik te horen krijgen dat elders in de wereld mensen voor mij de straat op gaan?
Zou ik, als mijn gevangen ogen zich voor altijd sluiten, weten dat overal bloemen voor mij gelegd worden?
Op vrijdag 16 februari werd Aleksej Navalny vermoord in strafkolonie IK-3 in Charp Siberië. Op bijna 2000 kilometer afstand schenkt zijn moordenaar zich die dag nog maar eens een wodka in. ‘Nashe zdoróvje’, zegt hij, terwijl hij alleen in zijn paleis zittend, vergenoegzaam in de spiegel kijkt.
Zou hij zich afvragen of er ooit iemand voor hem bloemen zou gaan kopen? Ik betwijfel het.
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe verhalen? Registreer je dan op https://www.gertspeelt.com/blog (https://www.gertspeelt.com/blog) en krijg vervolgens gratis een bericht in je mailbox zodra een nieuw verhaal is gepubliceerd. Wil je mijn boek ‘Kunnen we het nog aan?’ met daarin meer dan 100 verhalen? Kijk dan op
.
Comments