‘Volgens mij gaat het niet helemaal goed met die boot, ze gaan regelrecht de rietkraag in.’ ‘Ja, dat gaat mis’, beaamt mijn vrouw Lilian. Het is als een soort Titanic die recht op de ijsberg afvaart. Iedereen ziet het, niemand die wat kan doen. De Gyas roeiboot uit Groningen, met aan boord acht grote kerels en één klein stuurtje, belandt in het struweel waarbij menig toeschouwer licht grinnikend toekijkt.
Zo eindigt in oktober 2019 op de Olympische Bosbaan te Amsterdam de eerste vaart van de Hej8+ met zoon Erik als bemanningslid. Terwijl ik het zie gebeuren moet ook ik lachen. Niet zozeer om het moment zelf, meer om mijn gedachte over wat ik Erik ga zeggen als ik hem straks weer spreek. Want vroeger, toen Erik nog een Erikje was en wij samen met onze hond in het bos wandelden en hij dan wel eens struikelde over een boomwortel en op zijn snufferd op het bospad lag, vroeg ik hem steevast: ‘Wat doe je lieverd, bodemonderzoek?’ ‘Nee papa, ik val’, was dan zijn ontwapenende antwoord, waarna hij dapper opstond en vrolijk verder liep. En dus, nu ik hem en de anderen van de Gyasboot in het Amsterdamse riet zie worstelen om terug te komen in het open water, zou ik hem willen toeschreeuwen: ‘Wat doe je Erik, rietonderzoek?’ Maar nee, ik houd me in. Want op één ding zit hij nu vooral niet te wachten en dat is een opmerking van zijn ‘grappige’ vader.
‘Volgens mij gaat het heel goed pap.’ Ik knik. Want wat mijn jongste zoon Jesse op dit WK ziet, zien Lilian en ik ook. De Nederlandse U23: Men’s Quadruple Sculls, met Erik aan boord, ligt op de tweede plek als ze de hoofdtribune van de prachtige roeibaan in het Bulgaarse Plovdiv naderen. Het is de zomer van 2023 en we schreeuwen onze longen uit het lijf tijdens een bloedstollend spannende finish. Met Duits goud, Nederlands zilver en Australisch brons is het een fantastisch resultaat en staan wij, ondanks de snoeihete 38 graden, te juichen en te springen en glimmen we van trots. Als kort daarna het zilver om Erik wordt gehangen, moet ik, net als bij alle andere wedstrijden die ik zag, even terugdenken aan die ene dag in 2019 en aan die mooie Amsterdamse rietkraag waar sinds die tijd een open plek in te zien is. Ik lach hardop. Jesse merkt het. ‘Mooi hè pap.’ Ik knik.
Dus kan het niet anders dan dat ik dit weekend weer aan de roeibaan te vinden ben. Want op de Amsterdamse Bosbaan wordt deze zaterdag en zondag gestreden om de Holland Beker en zoon Erik doet mee bij de mannen skiff. Helemaal alleen in een bootje, tegen kerels van schokbeton met vierkante schouders.
Op de vrijdagavond komt hij met roeivriend Bas bij ons thuis. Een nachtje slapen in de polder, zodat de reis op de zaterdag naar Amsterdam niet al te lang meer is. Natuurlijk kook ik een driegangenmenu voor de kerels. Aan mij zal het dit weekend niet liggen! De mannen eten hun buikje rond en gaan vroeg slapen. ‘Ga je morgen ook mee kijken pap?’, vraagt Erik nog. ‘Ik weet het nog niet, ik zie het morgenvroeg wel even.’ En lief als Erik is antwoordt hij: ‘Dat snap ik.’ Maar als ik later zelf in bed lig en me bedenk dat ik deze zaterdag toch eigenlijk geen afspraken heb, besluit ik mee te gaan. Want ik ben hartstikke nieuwsgierig.
Nieuwgierig naar hoe Erik zich zal houden in het sterke internationale deelnemersveld met onder andere twee tegenstanders uit TeamNL en twee TalentteamNL roeiers met wie Erik in Bulgarije zilver won. Mijn andere nieuwsgierigheid laat zich ook eenvoudig raden. Want hoe zou het toch zijn met het rietkraaggat uit 2019?
Als we bij de Bosbaan zijn aangekomen en Erik zijn weg zoekt richting zijn coach, pak ik mijn fiets en rijd naar de start van de baan. Hoe dichterbij ik kom, hoe groter mijn plezier. Want inderdaad, voor wie het maar wil zien, zichtbaar is het nog steeds. Waar anderen achteloos voorbij het gat fietsen, stap ik even af en denk aan Eriks eerste roeiwedstrijd in 2019. En wat er verder ook gebeurt vandaag, mijn dag zal er eentje zijn met een hele grote glimlach.
Wil je meer verhalen van me lezen? Kijk dan eens op https://www.gertspeelt.com/ Je kunt daar ook mijn boek ‘Kunnen we het nog aan?’ bestellen met daarin meer dan 100 verhalen.
Comments